Wat zijn de doseringsvormen van fosfatidylcholine-natrium?
Formuleringen van natriumfosfatidylcholine
Volgens de bestaande informatie omvatten de doseringsvormen van fosfatidylcholine-natrium de volgende typen:
1. Injectieoplossing
Gewone injectievloeistof: gebruikt voor intraveneuze infusie of intramusculaire injectie, met een gebruikelijke dosis van 0,25 g/flacon of 0,5 g/flacon.
Glucose-injectie: Wordt gebruikt in combinatie met glucose-oplossing, geschikt voor intraveneuze infusie.
Natriumchloride-injectie: een samengesteld preparaat dat 0,25 g fosfatidylcholine-natrium en natriumchloride bevat, met een specificatie van 100 ml.
2. Injectie met gevriesdroogd poeder
Verdunnen met een oplosmiddel (zoals glucose of natriumchloride-oplossing) en intraveneus druppelen of injecteren, met een doseringsbereik van 0,25-0,5 g/dag.
3. Orale preparaten
Tabletten: 0,1 g per tablet, 3 maal daags in te nemen, 0,1-0,2 g per keer (na de maaltijd).
Capsules: 0,1 g of 0,2 g per capsule, 3 keer per dag, 1-2 capsules per keer